Tap uit verschillende vaatjes.

Medewerkers zijn allemaal anders. De één is super gemotiveerd en bekwaam; een ander heeft nog een hoop te leren of loopt de kantjes ervan af. Elke situatie vraagt iets anders van jou als leidinggevende.

De kernvraag is: in hoeverre kan de medewerker zelfstandig het werk uitvoeren en in hoeverre is hij hiertoe bereid? Op basis van het antwoord op deze vraag bepaal je wat nodig is.

  • coachen - geschikt voor medewerkers die het werk kunnen en willen uitvoeren
  • instrueren / helpen leren - geschikt voor medewerkers die wel willen, maar nog onvoldoende bekwaam zijn
  • aanspreken - geschikt voor medewerkers die niet of onvoldoende willen